Medische termen

Bloedvaten die het bloed terugvoeren naar het hart.

Gewrichtsontstekingen (meestal van de grote beengewrichten en de bovenste vingergewrichten) die kunnen optreden bij psoriasis.

Een officiële richtlijn die de arts bij de behandeling van een patiënt kan volgen bij een specifieke groep aandoeningen en met betrekking tot een specifiek geneesmiddel.

Het werk en psychologische belasting die gepaard gaan met het hebben van een aandoening. Het extra werk, de benodigde tijd, hulpmiddelen, stress en zorgen waar een persoon met een aandoening mee geconfronteerd wordt door met die aandoening te leven.

Het werk en psychologische belasting die gepaard gaan met de behandeling van een aandoening. Anders gezegd het extra werk, de benodigde tijd, hulpmiddelen, stress en zorgen waar een persoon met een aandoening mee geconfronteerd wordt om die aandoening te behandelen en ermee te (leren) leven.

Onbedoelde effecten van een geneesmiddel

Medicijnen die geproduceerd worden met behulp van biologische processen (bijv. door genetisch aangepaste cellen bepaalde stoffen te laten produceren).

Geneesmiddel dat geproduceerd is met behulp van biologische processen (bijv. door genetisch aangepaste cellen bepaalde stoffen te laten produceren).

Zalf, gel of schuim-spray met vitamine D en een steroïde, gebruikt voor de behandeling van psoriasis.

Wanneer een aandoening gelijktijdig met een andere aandoening optreedt.

De mate waarin een patiënt medische adviezen correct opvolgt, bijv. de geneesmiddelen inneemt zoals voorgeschreven door de arts.

Een substantie bestaande uit een mengsel van ongeveer gelijke delen olie en water. Net als zalven en gels kunnen crèmes worden gebruikt om een behandeling aan te brengen op specifieke lichaamsoppervlakken (bijv. de huid).

Geneesmiddelen die menselijke cellen kunnen vernietigen. Tot deze groep behoren ook vele geneesmiddelen die worden toegepast bij de behandeling van kanker, waarbij het doel is om kankercellen te vernietigen.

Een arts gespecialiseerd in de behandeling van huidaandoeningen.

Het doel van een bepaalde behandeling in termen van een meetbaar resultaat van het behandelproces.

Stoffen geproduceerd in de hersenen, die een gevoel van welbehagen opwekken en pijngevoel kunnen verminderen.

Procedure waarbij ultraviolet (UV) licht wordt gebruikt bij de behandeling van aandoeningen zoals psoriasis.

Een geleiachtige substantie. Net als zalven en crèmes kunnen gels worden gebruikt om een behandeling aan te brengen op specifieke lichaamsoppervlakken (bijv. de huid).

Complexe moleculen (cellen in het lichaam) die informatie bevatten over de werking en de functies van een organisme.

Biochemische stoffen die een rol spelen in de communicatie tussen cellen.

Het weefsel dat de buitenste laag van het mensenlichaam uitmaakt. De huid is het grootste orgaan van het menselijk lichaam. De huid neemt bij mensen ca. 20 tot 25 procent van het totale lichaamsgewicht in en heeft een oppervlak van 1,5 – 2 vierkante meter. Omdat de huid in aanraking komt met de omgeving, speelt de huid een belangrijke rol in de bescherming van het lichaam tegen omgevingsinvloeden.

Vorm van psoriasis, met ruwe, harde knobbeltjes. Deze vorm komt voor op voetzolen en handpalmen.

Groep stoffen die de effectiviteit van het immuunsysteem verminderen.

Verdedigingsmechanisme van het lichaam tegen infectieuze (bijv. virussen, bacteriën) en andere lichaamsvreemde stoffen.

Opeenhoping van een micro-organisme in een deel van het weefsel, waardoor er in dat weefsel schade optreedt.

Middelen die de buitenste huidlaag verweken en de afstoting ervan opwekken.

Psoriasisplekken die voorkomen op de plaats van een voorafgaand trauma of letsel.

Afkorting voor ‘Kwaliteit van leven’. Term gebruikt om het algemeen welzijn van personen mee aan te duiden.

Zie ‘pustuleuze psoriasis’.

Relatief dikke vloeistof die op de huid kan worden aangebracht.

Opeenhoping van cellen van het immuunsysteem om lichaamsvreemde stoffen (bijvoorbeeld micro-organismen) te vernietigen en verwijderen.

Psoriasis is erfelijk. Kinderen van een ouder met psoriasis hebben een kans van grofweg 1 op 4 dat ze ook psoriasis zullen ontwikkelen.

Normaliter een herschreven versie van een behandelrichtlijn, in eenvoudig te begrijpen woorden, bedoeld voor mensen met een bepaalde aandoening.

Rode, verdikte, ontstoken huidplek.

Meest voorkomende vorm van psoriasis, gekenmerkt door de aanwezigheid van verdikte, roze, jeukende, ontstoken huidplekken (plaques), die bedekt kunnen zijn met witte schilfers. Meestal komen deze plekken voor op ellebogen, knieën, hoofdhuid en onder op de rug.

Grote moleculen, opgebouwd uit aminozuren (biologische bouwstenen uit waterstof-, zuurstof-, koolstof- en stikstof-atomen), die binnen levende organismen verschillende functies vervullen. Bijvoorbeeld transport, het bevorderen van chemische reacties en de vorming van bepaalde onderdelen van cellen.

De medische term voor jeuk.

Een vorm van psoriasis die vaak in de kindertijd begint en waarbij romp en ledematen kleine, rode vlekjes vertonen. Ontstaat vaak als reactie op een omgevingsgerelateerde prikkel (bijv. infectie, stress, verwonding).

Een vorm van psoriasis die voorkomt in huidplooien (bijv. in oksels en liezen, in de holtes van ellebogen en knieën, onder de borsten en in de bilnaad).

Aantal keren dat psoriasis zich bij een persoon voordoet tijdens een bepaalde periode. Dus het aantal keren dat de ziekte opkomt en weer verdwijnt.

Kleine, ontstoken, blaarachtige huidplekken, gevuld met vloeistof of pus.

Incidenteel voorkomende vorm van psoriasis, gekenmerkt door meerdere, kleine, met vloeistof of pus gevulde blaren, in tegenstelling tot de karakteristieke, plaquevormige huidplekken (zie ‘Plaque-psoriasis’).

Chemische verbinding met overeenkomsten met vitamine A, toegepast bij de behandeling van psoriasis.

Preparaat, bijv. zeep of scheerschuim, dat erg licht is.

Preparaat met zeep of reinigingsmiddel, voor het wassen van de haren of het lichaam.

Verbindingen met een specifieke structuur, die signalen kunnen doorgeven in biologische systemen.

Een teken van schande of eerverlies, waardoor een persoon wordt afgezonderd van anderen. Wanneer een persoon door zijn ziekte een etiket krijgt opgeplakt, wordt hij beschouwd als onderdeel van een bepaalde groep – met andere woorden: hij wordt gestigmatiseerd.

Bacteriesoort die aandoeningen als keelpijn, longontsteking, hersenvliesontsteking, huidinfecties, nieraandoeningen en hartaandoeningen kan veroorzaken. Van sommige streptokokkeninfecties is bekend dat ze ook psoriasis kunnen veroorzaken.

Een infectie veroorzaakt door Streptococcus, een bacterie die aandoeningen zoals keelpijn, pneumonie en meningitis kan veroorzaken. Van sommige streptokokkeninfecties is bekend dat ze ook psoriasis kunnen veroorzaken.

Geneesmiddel dat wordt opgenomen en verdeeld in het gehele lichaam

Behandeling die wordt opgenomen en verdeeld in het gehele lichaam

Geneesmiddel dat op het huidoppervlak kan worden aangebracht (een spray-schuim, zalf, gel, crème of lotion).

Letsel dat veroorzaakt kan zijn door lichamelijke verwonding of andere beschadiging van het lichaam (bijv. snijden of krassen), door blootstelling (bijv. verbranden of een chemische reactie) of door een infectie.

Bepaalde omgevingsfactoren (bijv. weersomstandigheden en omgevingstemperatuur, voeding, cosmetica, zwangerschap en bepaalde infecties), die de psoriasis kunnen verergeren.

Een soort crème die tevens vochtinbrengende eigenschappen heeft.

Geneesmiddel dat lijkt op vitamine D3 (= cholecalciferol).

Huidaandoening waarbij verlies van pigmentatie (kleur) optreedt.

Gebieden van het lichaam waar uitslag, huidkanker of andere huidaandoeningen zich vaker voordoen dan op andere plaatsen.

Mengsel van olie en water, toegepast om een middel in contact te brengen met specifieke lichaamsoppervlakken (bijv. de huid).